Filosofie

Ingrijpen voor het te laat is: Het onuitvoerbare denken

Onze aarde is in deze laatste dagen gedegenereerd. Er zijn tekenen dat de wereld snel ten einde loopt. Omkoping en corruptie komen veel voor, kinderen gehoorzamen hun ouders niet meer. Ieder mens wil een boek schrijven, en het einde van de wereld is duidelijk in zicht.
Assyrisch kleitablet circa 2800 v.Chr.

Dat het einde der tijden nabij is, is van alle tijden. De ellende en de rampen vragen om maatregelen. En het denken over de ideale samenleving is ook van alle tijden. Hoe gênant en paradoxaal ook, ik wil een duit in het zakje doen, met eigen gedachten over de wereld en hoe in te grijpen, want analyses, rapporten en boeken hierover ben ik voorbij.
Professor Kinneging schreef ergens dat hij niet betrapt kon worden op een originele gedachte. Dat is een bescheidenheid die ik alleen bij hem (en Socrates) heb aangetroffen. Boeken die mijn wereldvisie en zelfs mij zouden veranderen laten de belezenheid en eruditie van de auteurs zien, maar de eigen gedachte zit in een laatste hoofdstuk en daarin een laatste paragraaf en stelt teleur, want is of eenvoudig, of te hoog gegrepen en roept meestal op tot verder denken en onderzoek.

Waar zij eindigen wil ik beginnen en ik kan niets beloven dat meer is dan eigen analyses. Niets is eenvoudig, en regelmatig zelfs onuitvoerbaar.

Ingrijpen voor het te laat is 1 Wat kunnen we nog doen?

Hoe moeten wij leven? Als de filosofie geen antwoord heeft op deze vraag, welke zin heeft zij dan?                  Comte-Sponville, Ferry

De ramp waardoor de mensheid wakker schrikt, is de ramp die ze niet meer overleeft, is mijn parafrase op een uitspraak van Peter Sloterdijk en ik begin bang te worden dat hij gelijk krijgt. De onderzoekers van de Club van Rome (1972) zien hun waarschuwingen voor de 21e eeuw uitkomen. Dennis Meadows heeft het opgegeven om na 40 jaar nog een waarschuwend boek te schrijven. Jorgen Randers schreef naar aanleiding van die verjaardag nog 2052 A Global Forecast for the Next Forty Years. Als eerste probleem zouden we de wereldwijde armoede moeten opheffen en ten tweede de klimaatverandering tegengaan. Het opheffen van de armoede ziet hij nog als het eenvoudigste probleem: een humaner kapitalisme (p. 325). Voor het tweede probleem geeft hij iedereen 20 persoonlijke adviezen om het leven te veranderen.
In de tien jaar na 2012 hebben we alleen versnellingen van klimaatveranderingen meegemaakt. Ondanks de beloften van wereldleiders op wereldconferenties sinds 1995 schrijven media tot de huidige dag met verbazing:
Weer een droogterecord! Weer een regenrecord! Meer bosbranden dan ooit! Meer mensen dan vorig jaar die huis en haard kwijt zijn door overstromingen of uit hun onleefbaar geworden leefomgeving vertrekken! 33 miljoen Pakistani verdreven omdat een derde van het land onder water staat!
En dat humane kapitalisme met betere leefomstandigheden voor miljarden blijft maar uit. Meer mensen dan ooit vrezen voor hun leven of hun toekomst. Ze vluchten naar democratische verzorgingsstaten, maar het leven daar is er niet gemakkelijker op geworden. De strijd om het bestaan is ieder voor zich en harder dan ooit. Ook bij jongeren begint dat besef door te dringen.

In tijden waarin crises die zich opstapelen, hebben BR (psycholoog en filosoof Bart Ris) en BE de hoop dat de schrillere waarschuwingen “we rijden plankgas naar de afgrond” de mensheid helpen bij het vinden van mogelijkheden tot bezinning te komen. Want ondanks de dreigende situatie die niemand meer zelfs maar kan ontkennen, denkt men eerst aan het eigen hachje van land tot individu. Als alleen al de leiders in China en India blijven vinden dat ze nog decennia nodig hebben voor ze serieus kunnen beginnen aan maatregelen ter verbetering van het klimaat, is het voor de hele wereld te laat. De analyses hierover en over veel andere onderwerpen proberen we te vermijden..

Wat kunnen “we” – de mensheid – en “wij” – enkele anonieme individuen – nog doen? Zelf kunnen we uiteindelijk weinig meer doen dan tegen desastreuze stromen indenken. En tegen elkaar indenken, zoals André Comte-Sponville en Luc Ferry deden in Van wijsheid tot schoonheid Dialoog over tien actuele kwesties (1998). Filosoferen over de wereld is geen luxe is, maar een harde noodzaak om stevige maatregelen te willen nemen. (BE 4 oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is 2     Bewust denken

Filosoferen over de wereld is geen luxe is, maar een harde noodzaak om stevige maatregelen te willen nemen schreven Luc Ferry en André Comte-Sponville. Ik hoor hoongelach. Maar laat ik via Peter Sloterdijk (1983) Kritiek van de cynische rede, deel 1 (Sloterdijk pag, 319 e.v.) Martin Heidegger eens aan het woord. Heidegger zelf is me te moeilijk. Maar over kunst (De oorsprong van het kunstwerk) is hij begrijpelijk en geniaal.
Heidegger bekijkt de mens zonder moraal, blijft weg van metafysica en heeft het over het ‘Man’. Het ‘Man’ is concreet, hij wil iets aanduiden dat in ieder mens aanwezig is. Het ‘Man’ vertegenwoordigt mijn publieke kant, mijn openbare ‘ík’: het is gemakzuchtig, leutert, wil bedrogen worden, is nieuwsgierig, maar niet naar inzicht, het wil verstrooiing. Het ‘Man’ is de moderne ‘oneigenlijkheid’.
Heidegger wilde de trivialiteit tot een ‘verheven theorie’ maken waarbij hij het hogere niet naar beneden haalt, maar het lagere naar boven. Weg van de filosofie van de 19e eeuw: van het opgeblazen denken en een wereldbeschouwing waar geen einde aan komt. De realiteit van zijn werk heeft geen rationalisatie meer nodig, de realiteit spreekt voor zich. Die visie is na 90 jaar langzaam aan het doordringen bij mensen die zich geen heersers meer voelen over de wereld die ze kunnen ‘redden’, maar een zwak dier blijken, afhankelijk van en gebonden aan die wereld. We vernietigen onszelf als we blijven denken dat we slim genoeg zijn de aarde leefbaar te houden zonder grote offers.

Sloterdijk rebelleert in navolging van Heidegger in zijn Kritiek tegen de oude filosofie. In zijn vertoog komt ook aan de orde wat geen enkele andere filosofie de moeite waard acht. Sloterdijk wordt bijna lyrisch over het inzicht van Heidegger en ik kan slechts – bekort – citeren (Sloterdijk pag. 330 en verder):
Zonder doodsindustrie (Stalingrad, Auschwitz, Hiroshima) geen verstrooiingsindustrie. Sein und Zeit – ontdaan van het fascistische stempel –  opent als een sociale psychologie van de moderne tijd een uitzicht op verbanden met een fantastisch perspectief. Heidegger legt een verband tussen de ‘oneigenlijkheid’ van het bestaan en de doodsfabricatie […] Het is de grootste kritiek van de 20e eeuw op de 19e eeuw, waarin Heidegger alle theorieën die ‘de dood van anderen’ objectiveren, van revolutie tot utopie, vooruitgang, van tafel veegt als ‘een aanhoudende geruststelling over de dood’ waarop een super destructieve maatschappij die bewapening als noodzaak moet verkopen, onvermijdelijk is aangewezen’ […] Het is de wet van de verstrooiing. Als we goed zouden luisteren, zouden jullie horen: jullie vernietiging is slechts een kwestie van tijd, en die tijd is tevens de tijd van jullie verstrooiing. Maar ‘het Man’ laat de angst voor de dood niet opkomen’.
De fundamentele tegenstelling die overwonnen moet, is die van bewust en onbewust, Eigenlijkheid in plaats van On-Eigenlijkheid. Heidegger geeft wel de boodschap, maar stopt dan. Wij moeten verder: filosoferen is een harde noodzaak voor stevige maatregelen. Bewust denken. (B 2 jan 2025)

Ingrijpen voor het te laat is 3    W.B. Drees: Hogere techniek en hogere moraal

if they were truly intelligent they would probably carefully avoid this
(Ernst Mayr, 1988)

Mayr verwijst naar mogelijke buitenaardse wezens die als ze werkelijk intelligent zouden zijn, waarschijnlijk zouden afzien van de ontwikkeling van geavanceerde technologie. Het is de eerste zin van de inaugurale rede van Willem B. Drees Evolutie, techniek en vrijzinnigheid (1995). Drees bespreekt onder andere de gevolgen van de snelle ontwikkeling van de techniek. Hij stelt dat we [..] redenen hebben om somber te zijn over de levensduur van technologisch geavanceerde beschavingen:

Wij slagen er onvoldoende in om onze politieke en morele referentiekaders aan te passen aan de impact van de technologieën waar we mee te maken hebben. Gegeven dergelijke consequenties van geavanceerde technologie, in het beslag op de biosfeer en in de strijdmiddelen waarmee groepen hun belangen kunnen verdedigen, is het te begrijpen dat de bioloog Ernst Mayr zei dat buitenaardse wezens die werkelijk intelligent zouden zijn, waarschijnlijk af zouden zien van de ontwikkeling van geavanceerde technologie.

Drees vraagt zich af hoe we onze samenleving zouden kunnen veranderen opdat die meer stabiel wordt. Hij vergelijkt de Westerse expansieve cultuur met die van de Chinese die de wetenschap en techniek niet inzette voor verovering en overschrijden van onze technologische grenzen. Dat betekent voor het Westen afzien van pogingen in contact te komen met buitenaardse intelligentie.
China sloot zich af van de buitenwereld. Om de vergelijking van een stabiele wereld op te laten gaan zouden we moeten denken aan het afzien van onderling oorlog voeren. De gezamenlijke vijand is het onleefbaar worden van de aarde. Als mensen in alle landen dat onderkennen, kunnen we de handen ineenslaan om te overleven.

Optimisten denken aan het koloniseren van het heelal en Drees gaat niet in op de tijdsduur en moeilijkheden, maar waardeert het zelfvertrouwen:

Met name de moderne wetenschap en de Europese Verlichting zijn naar mijn oordeel niet zomaar cultuurverschijnselen, naar wens in te ruilen voor producten uit andere culturen of tijden. Het zijn momenten in de ontwikkeling van een kritische attitude ten opzichte van kennisclaims en morele claims, in de ontwikkeling van verzet tegen totalitaire regimes en tegen macht op basis van autoriteit. Wetenschap en de daar mede door gevormde cultuur horen bij de weg naar `hogere’ vormen van leven, waarbij `hoger’ niet zozeer gemeten wordt in een of andere biologische zin als wel in geestelijke zin, naar de aard van moraal en kritische zin ten opzichte van onszelf en anderen.

Drees waardeert dit optimisme in de techniek door zijn geloof in het samengaan van de technische ontwikkeling met een ‘hogere’ vorm van leven in morele en kritische zin ten opzichte van onszelf en anderen. Hij onderkent de schaduwzijden, maar hij gaat dus niet mee met het pessimisme van Mayr.
Drees schreef dit in 1995. Het achterblijven van de hogere vorm van leven bij de technische ontwikkelingen logenstraft zijn optimisme. (BE, 9 oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is 4 W.H. Calvin: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij

Het is decennia geleden dat ik in een boekwinkel William H. Calvin tegenkwam, dat wil zeggen een boek, waarin hij schreef ervan overtuigd te zijn dat de mensheid een intelligentiesprong zou maken als de nood in de wereld werkelijk heel hoog was en op die manier rampen zou voorkomen en aan uitsterven zou ontsnappen. Rede, rationaliteit, intelligentie moeten ons redden. Volgens Hume gaan we deze pas inzetten als gevoelens ons daartoe aanzetten, dus als de mens de afgrond ziet naderen. Maar hoe zit het dan met al die verdwenen beschavingen? Die hoge nood werd blijkbaar niet gezien. Ik zette het boek terug en dacht aan de daling van het niveau in het onderwijs. Met een toename van het aantal mensen dat een hogere opleiding had, daalde wel het niveau en niet alleen in Nederland, maar in het Westen. Een kerstnummer van The Economist dat aandacht aan wijdde in de tijd dat ik Calvin ontdekte, kan ik niet meer vinden. Inmiddels zijn de kerstnummers elektronisch te raadplegen en ook dat leverde niets op. Waarschijnlijk was het nummer ouder dan het oudste elektronische nummer. Sindsdien las ik regelmatig hoe het niveau daalde. In februari 2008 kwam het rapport Dijsselbloem over het onderwijs met een beeld waar ik hier verder niet op inga. Een Amerikaans voorbeeld uit 2009 is me bijgebleven, het is een brief aan The Economist:

 SIR – Texas’s high-school exam still flunks an appalling number of students despite efforts over the years to lower standards and make passing easier. I took the test three years ago. One page showed a map of the Long March in China, with a massive arrow indicating where Mao and his men moved through the countryside. The accompanying question did not test students’ knowledge of Chinese history, but asked, “Which end of the arrow symbol marks the destination and which end of the arrow marks the beginning?”
Brian Reinhart, Houston, Ec 010809

Het geeft weinig vertrouwen in het niveau van het onderwijs en ook niet in het niveau van intelligentie van “studenten” die zich voorbereiden op een universitaire studie. Parallel aan die daling van het onderwijsniveau verslechterde het klimaat en naast wereldwijde beloften van maatregelen door vrijwel alle landen wint in veel landen een kortzichtig nationalisme terrein. Gewetenloze leiders en politici exploiteren de rancune van lager opgeleiden – anders opgeleiden – voor eigen gewin. Mensen die voelen dat ze worden gepasseerd door groepen die zij maatschappelijk altijd als lager op se sociale en economische ladder beschouwden, worden blind voor rede. De oeverloze stroom van waarschuwende rapporten en de vele versnipperde acties van organisaties doen het tij niet keren. Drees (Ingrijpen 3) en Calvin zaten op een zelfde lijn en hadden het mis. Maar waar moeten aanpassingen en harde maatregelen anders vandaan komen dan van mensen die hun intelligentie inzetten voor gezamenlijke actie? (BE, 15 oktober 2022)

Ingrijpen voor het te laat is 5    Andreas Malm: ethisch activist

In de tweede week van oktober 2022 wijdde de NRC zijn Boekenbijlage aan activistische boeken van schrijvers “die oproepen tot protest en maatschappelijke verandering”; de boekhandels liggen er vol mee, op Twitter en Facebook zijn hierover levendige debatten. Dit activisme is massaler dan ooit mede door het opmerkelijke succes van Greta Thunberg, schrijft De Bruijn die het boek van Andreas Malm Eco-sabotage. Of hoe je een pijpleiding opblaast bespreekt. De hausse aan boeken over het klimaat is me niet ontgaan, maar de oproep tot protest wel. Ik kijk niet op Facebook en Twitter, ik moet kiezen uit bronnen.

Andreas Malm is voor beheerst activisme. Naast acties binnen de wet wil hij “sabotage – weloverwogen, proportioneel en vakkundig uitgevoerd” waarbij hij hoopt op een “positief flankeffect”. Daarbij is hij zich bewust van het gevaar van extremer geweld, een negatief flankeffect. Hij veronderstelt dat dit te vermijden is. De Bruijn is kort over dit laatste: een illusie. Die veroordeling bepaalt waarom hij achter de titel van zijn recensie een vraagteken plaatst.
Malm noemt de uitstoot van CO2 ook een vorm van geweld en daarbij richt hij zich vooral op de luxe uitstoot. Zorgelijk is “dat zijn pleidooi voor geweld onvermijdelijk gepaard gaat met stevige dehumanisering van opponenten”. Dat zijn in Nederland niet alleen de rijken, maar het overgrote deel van de bevolking dat niet van zins is zijn levenswijze te veranderen.

De Bruijn is sceptisch en ik ook. Als Malm vindt dat “alle voertuigen en andere apparaten die CO2 uitstoten wat hem betreft vogelvrij zijn” dan is deze wetenschapper mij al kwijt. Ik verander van een gehoorzame burger die wil “ingrijpen voor het te laat is” in een boze burger als de banden van mijn auto zijn doorgestoken in het kader van “weloverwogen, proportioneel en vakkundig uitgevoerde actie.”

Theorie en praktijk gaan moeilijk samen. Ik moet aan het essay van Kant denken “Over de gemeenplaats: dat kan in theorie wel juist zijn, maar deugt niet voor de praktijk”. In mijn pessimisme blijk ik radicaler dan Malm die fel tekeer gaat tegen hen die de situatie vrij uitzichtloos vinden en de wereld al nauwelijks meer te redden. (Ik word vaag). Maar in de praktijk is hij radicaler dan ik, want hij houdt volgns De Bruijn de toekomst in principe open. Zijn theorie van ‘gecontroleerd politiek geweld’ en ‘intelligente sabotage’ verliest voor De Bruijn en voor mij zijn morele en praktische rechtvaardiging. Ook bij Malm gaan theorie en praktijk moeilijk samen. (BE, 11 oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is 6      De onethische activist

People will forget what you said, people will forget what you did, but people will never forget how you made them feel.
Black feminists

De trouwe lezer zal zich bij de bespreking van het boek van Andreas Mam – en al eerder – hebben gedacht of ik niet de belofte verbreek me te onthouden van analyses. Die was ik toch voorbij? Nou, kom dan maar eens op.
Het is waar, maar mijn kleine rondgang lijkt me nuttig en bespreek zelfs nog enkele van deze boeken en artikelen. Ik begin met een artikel uit New York Times.
The Uncomfortable Truths That Could Yet Defeat Fascism is een gastessay in de New York Times van 17 oktober 2022 door Anand Girigharadas. Hij schrijft regelmatig artikelen waarin hij aanbevelingen voor acties doet. De uitspraak van de feministen haal ik uit zijn artikel. Het is bestemd voor de Democraten in de VS die in hun campagnes de kiezers politieke oplossingen aanbieden, maar hen niet in hun noden aanspreken en daardoor niet hun gevoel bereiken. De Republikeinen  omarmen hen wel, benaderen hun directe zorgen en geven aan wie daar schuld van is en wie daar oog voor hebben. Het citaat van de feministen is hun campagnebeleid. Populisten hebben dezelfde tactiek. Bij hen staat gevoel boven waarheid.(Overigens wil ik de “black feminists” daar niet van beschuldigen).
Girigharardas geeft naast allerlei wenken om mensen direct aan te spreken een voorbeeld hoe de Democraten hun campagnes zouden kunnen aanpakken. Pro-abortus activisten in Kansas combineerden in een advertentie de door de regering afgedwongen zwangerschap met het door de regering afgedwongen dragen van een mondmasker. De campagnevoerders waren niet tegen het dragen van mondmaskers, maar de koppeling werkte op het gevoel van Republikeinen die daarom de campagne steunden. De pro-activisten behaalden een verbazingwekkende overwinning.
Een politicus die een voorstelt steunt dat tegen zijn persoonlijk geloof ingaat, doet iets uit een overweging die ik waardeer. De truc die Girigharadas aanprijst, waardeer ik niet, hoe verleidelijk ook als “uncomfortable truth”. De misleiding van mensen die zo hun stem geven aan een zaak waar ze niet achter staan, is allemaal nog heel braaf in vergelijking met de cynische en openlijke manipulaties van rechts, maar meegaan in een dergelijke politiek is een ongewenste weg. Om Kant omgekeerd te parafraseren: het mag in de praktijk werken, maar de moraal deugt niet.  
De zorg voor een overwinning van rechts is groot zoals blijkt uit het artikel Voters See Democracy in Peril, but Saving It Isn’t a Priority, 18 oktober 2022 New York Times,  Nick CorasanitiMichael C. Bender, Ruth Igielnik and Kristen Bayrakdarian. De democratie is voor Amerikaanse kiezers van beide partijen geen prioriteit. Als grootste probleem zien zij de economie en hun kosten van levensonderhoud. Het zijn de Republikeinen die daarop het beste weten in te spelen. (BE, 20 oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is 7    Is opstand zonder geweld nog wel mogelijk?

Tot nu heb ik alle mogelijkheden die ik heb besproken om activistisch te zijn verworpen. Ik ben niet voor geweld, zowel fysiek als voor het geweld van de macht, waarvan rijken en machtige landen gebruik maken om zich niets of weinig aan te trekken van de rest van de mensheid. Als Nederland moet kiezen tussen de dominee en de koopman dan wint de laatste het uiteindelijk vaak. Als een miljardair als Trump maar lang genoeg volstrekt duidelijke leugens volhoudt, is het zijn macht en invloed tijdens en na zijn presidentschap waardoor velen hem blijven steunen en uit lijfsbehoud zijn leugens als waarheid gaan zien. Als ik macht en geweld afwijs, is ingrijpen dan nog wel mogelijk?

“Is opstand nog wel mogelijk?” vraagt Sjoerd de Jong in zijn bespreking in de NRC van 6 oktober 2022 van het activistische boek van Mark Fisher Kapitalistisch realisme, een radicaal-linkse klassieker. Fisher legt meedogenloos de culturele effecten van het late kapitalisme bloot en de illusie dat er geen alternatief zou zijn. Zijn invloed is onverminderd groot, hij spreekt jongeren en “boomers” aan. Fisher houdt de lezers een spiegel voor, waarin ze de weinig heldhaftige laatste mens van Nietzsche zien. De Jong vindt dat gunstig: we moeten eerst de neoliberale meeloper in onszelf herkennen, dat is niet prettig, maar wel de basis om eraan te kunnen ontsnappen. Nee zeker niet: ik moet de slaapwandelaar, de egoïst, de racist en wat niet al in mezelf herkennen en ontsnappen is moeilijk.

De Jong is positief over Fisher. Hij is grimmig en genadeloos, maar zijn stijl is nooit wanhopig of hopeloos, eerder beweeglijk en opgewekt. En hij weet filosofen als Lacan, Deleuze en Zizek helder te gebruiken. Die blijven “graag in hun zelfgebouwde verbale doolhoven ronddwalen”. Fisher brengt die moeilijke filosofen dichter bij de lezer. Hij stimuleert hun verbeelding maar heeft geen pakkende slogan. De Jong noemt Marx en Heldring (!) in een adem als schrijvers die goed waren in wervende slagzinnen. Maar Fisher schiet daarin helaas tekort: de diagnose blijft steviger dan zijn remedie. En vraagt De Jong: is er geen politisering denkbaar zonder eerst de hele orde tot ruïne te verklaren – en hoe is progressieve actie te organiseren? In plaats een wervende slagzin te leveren, deed Fisher in 2013 waar hij wel goed in is. Hij noemde Left Wing Twitter een “vampierkasteel en beschuldigde de linkse Twitteraars van online vingerwijzen, “gedreven door een priesterlijke behoefte om mensen in de ban te doen, een pedante neiging om andermans fouten te signaleren en een hipsterdrang om bij de incrowd te horen”.

Fisher hield de linkse critici, die de liberale meelopers in eigen kring ontmaskerden, een spiegel voor waarin ze nogal onaangename persoonlijkheden herkenden. Die kritiek bleek een stap te ver voor de verlichte groep. (BE 21oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is 8    Voor de vooruitgang van de wereld bestaat niet een enkele oplossing

Voor een betere wereld moet je wel weten hoe je ervoor moet vechten.
Menno Hurenkamp, NRC 6 oktober 2022

Juist, precies, dat bedoel ik en daar ben ik naar op zoek. Hurenkamp bespreekt in het artikel met bovenstaande titel in de NRC het activistische boek Anti-nihilisme. Engagement in de 21e eeuw  van twee jonge filosofen “die menen te weten hoe de wereld vooruit komt.” Dat valt wel mee. De jonge filosofen gebruiken “grote woorden” en de opzet van hun boek verschilt niet van Kapitalistisch realisme van Fisher. Moet ik er dan verder nog aandacht aan besteden? Eigenlijk niet, maar toch maar kort.

Met het nihilisme wijzen de schrijvers, de broers Arthur en Jarno Berkhout op het kapitalisme dat aan de ene kant “een chronische noodtoestand” veroorzaakt (corona, ongelijkheid, klimaat) en hoe de overheid de gevolgen binnen de perken probeert te houden, maar aan de andere kant diezelfde overheid de natuur blijft inzetten om geld te verdienen. Voor “kapitalisme” en “overheid” kunnen we “wij” invullen: evenals bij Fisher moeten we de neoliberale meeloper, de nihilist, in onszelf herkennen.
Het moet anders, maar hoe? Ze pleiten voor engagement, anti-nihilisme, en waarschuwen dat er voor de problemen niet één oplossing is. Ze vertellen daarom ook niet wat anderen moeten doen, een benadering die Hurenkamp waardeert.
De waarschuwing dat een enkele oplossing voor de problemen niet werkt, is oké en dat  ze daarom niet aangeven wat anderen moeten doen ook. Maar hoe nu verder? Ze menen toch te weten hoe de wereld vooruittkomt? Ze geven analyses in plaats van praktische wensen. Evenals Fisher slepen ze er filosofen bij die op de  zwarte kanten van de moderniteit en het kapitalisme wezen. Verbeelding aan de macht is hiervan de bedoeling – Sjoerd de Jong noemde dat ook in zijn bespreking van filosofen door Fisher – maar ,zegt Hurenkamp “democratie van onderop is geen garantie op gezelligheid”. Denk aan communistische partijen, de Amsterdamse kraakbeweging in de jaren 80 en de huidige linkse populisten. Dan is een leider nodig en heerst meteen het nihilisme van “waar gehakt wordt vallen spaanders”.

Maar, zeggen de heren Berkhout, het ruist van de mensen die allemaal geëngageerd streven naar ons ideaal, namelijk, “een mensheid voorbij de gewelddadige ongelijkheden die ons vormen”. Hoe die mensheid daar komt is de hamvraag, maar de schrijvers stoten niet door en zo blijven hun wensen en idealen in de lucht hangen. En evenals Sjoerd de Jong komt Hurenkamp ten slotte uit op het ontbreken van een wervende slogan, zoals “Wir schaffen dass” van Merkel, die waarschijnlijk meer verbeeldingskracht voor een betere wereld oproept dan het boek van Fisher, van de heren Berkhout en de decennialange stroom zelfingenomen zijlijn gepruttel van Noam Chomsky.

Hurenkamp kon die sneer naar Chomsky blijkbaar niet laten, maar zonder me met Chomsky te willen vergelijken, weet ik het wel van mijn eigen, maar de voorgehouden spiegel is toch niet fijn.(BE, 22 oktober 2022).

Ingrijpen voor het te laat is:  Oog van de naald (1)

Hoe snel kan het gaan? En hoe weinig geweld is er voor een verandering van een bestuur nodig? No maar kort geleden was er een algemene overtuiging dat de Amerikaanse democratie stevig gegrondvest was. Een slecht voorbereide bestorming is genoeg om die omver te werpen. En met meer geluk dan wijsheid is de coup – een haar na – mislukt.

Waarom ging Trump in hemelsnaam naar het Witte Huis om op de tv naar zijn eigen show, de bestorming van het Capitool, te kijken? Waarom stond hij zijn aanhang niet als de echte gekozen president de Republikeinse politici op de trappen op te wachten na zijn speech over “sterk zijn” en “degenen die niets doen zijn heel moedig.”? Ja, die lui zouden na de coup, die hem niet meer kon ontgaan, al hun moed nodig hebben. De door de FBI gewaarschuwde politie stond klaar met net genoeg mensen om hem te beschermen tegen eventueel iets te enthousiaste ware patriotten. Ze stonden er niet om deze sterke en moedige Amerikanen tegen te houden, maar om hen naar binnen te begeleiden (*). Dus is de vraag die journalisten, politieke analytici moeten beantwoorden en straks historici:
Waarom zette Trump de Democraten niet mat?
Hij schaakte tot nu doldriest, zoals Daniil Doebov tegen de wereldkampioen Magnus Carlsen tijdens Airthings Masters, 2020. ‘Ik speelde als een idioot en het werkte’, zei Doebov. Carlsen kon de partij niet meer winnen en Doebov gaf met een mooie zet mat. Trump kon niet meer verliezen, nadat de Democraten zich in de kelders en kantoren opsloten. Trump had zijn aanhang een blik in het Capitool gegund en kunnen zeggen ‘Ik speelde geniaal en het werkte.’(**). Hij had de Amerikanen en de wereld getoond hoe eenvoudig het is om de macht te behouden. Politici en leiders waren over elkaar heen gevallen om hem te feliciteren: Baudet, Wilders, Kim Jung-un, Poetin, Xi-Ping, en zijn Hongaarse, Tsjechische, Poolse, Turkse, Braziliaanse, Filipijnse vrienden. (***) Degenen die niets doen zijn heel moedig. Waarom dus de blunder in plaats van de tegenstander gewoon elegant, zonder geweld mat zetten? Of is het ragfijn spel? (B. 13 januari 2021)

(*) https://www.theatlantic.com/culture/archive/2021/01/inaction-capitol-police-was-design/617590/
(**) https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/08/doebov-doldriest-a4026783#/handelsblad/2021/01/09/#324
(***) Erdogan riep via zijn mobiele telefoon zijn dappere bevolking op de straat op te gaan en de machtsbeluste militairen hadden geen schijn van kans meer. Ook zo eenvoudig, dat analytici zich afvroegen of het geen doorgestoken kaart was.

Ingrijpen voor het te laat is   Oog van de naald (2)

De analyse van de blunder van Trump heb ik niet gelezen, wel sta ik tot mijn knieën in de wijsheid achteraf in boeken en essays, dat een democratie wankel is en niet eens met geweld, maar ook geleidelijk en voor velen “democratisch” ontmanteld kan worden. Deskundigen weten nu dat het wereldwijd al heel lang aan de gang is. Het FD is hardnekkig en had na de overwinning van Wilders nog steeds het vertrouwen in de weerbaarheid van de democratie en een verzoek van de 2e Kamer begin 2023 om de weerbaarheid nog eens na te gaan is door een commissie tot een ander onderzoek omgebogen, want die weerbaarheid was al eens eerder uitgezocht.
De politieke deskundigen zijn het er allemaal over eens dat als Trump 6 januari 2021 na zijn speech gewoon naar het Capitool was gegaan, met achter zich zijn opgetrommelde aanhang, hij de telling had kunnen vernietigen en zijn rechtmatige positie als de echte gekozen president kunnen eisen. Appeltje eitje en de bestormers van het Capitool zouden “helden” zijn.

Maar het is op een haar na niet gebeurd. In december 2023 heeft Trump bijna 80 rechtspraken aan zijn broek en zijn voorsprong en populariteit naar de verkiezingen in 2024 is ongekend groot. Als hij wordt veroordeeld, kan hij vanuit de cel regeren. Maar de Republikeinse miljardairsfamilie Koch vindt hem nu toch te radicaal worden, want hun oerconservatieve organisatie Americanus for Prosperity steunt Nikki Haley, terwijl de organisatie altijd de Republikeinse winnaar van de voorverkiezingen steunde. Birdbrain Haley is liberaler dan Trump die de democratie de nek omdraait als hij opnieuw tot president wordt gekozen: rechters komen onder zijn directe toezicht; carrièreambtenaren worden vervangen door zijn aanhangers; Biden en familie komen voor de rechter wegens hoogverraad; het leger dempt binnenlands verzet; miljoenen migranten gaan in kampen om gezondheidsredenen (ze vergiftigen het Amerikaanse bloed); in de VS geboren kinderen van vreemdelingen wordt het staatsburgerschap ontnomen [B dat geldt dus ook voor Nikki Haley, in de VS geboren uit Indiase ouders). Zijn achterban vindt dit allemaal prima (*).  

Hoe snel kan het gaan en zonder geweld? We kijken hier, in ons prachtige gave landje, naar pogingen een regering te vormen met een ondemocratische winnaar, aanhanger van Trump en Poetin, die een stapje terug zegt te doen (om in de regering misschien een grote sprong te kunnen maken en als zoiets niet lukt en het kabinet valt, de anderen als schuldigen kan aanwijzen). En hoe zorgelijk is het dat de leden van de BBB, leden in andere partijen en wie weet hoeveel Nederlanders, menen dat in een democratie de ondemocratische, discriminerende stem van de kiezers “gerespecteerd” moet worden? En hoe zorgelijk is het dat kiezers niet eens in de gaten hebben dat ze in een illiberale democratie zijn beland? Toen Chavèz in Venezuela de democratie al lang had ontmanteld, meenden een meerderheid van de Venezolanen dat ze in een democratie leefden. (B 5 december 2023).
(*) Miljoenen voor ‘rockstar’ Nikki Haley, Bernard Hammelburg, FD 5 december 2023.